NL
EN

Het leukste van tien jaar WCA

Zes vragen aan onze trouwste bezoekers

Dit jaar vindt de tiende editie van ons festival plaats. Ieder jaar zien wij terugkerende bezoekers. Twee daarvan zijn Untung & Fiona, een onafscheidelijk en heel gezellig stel. Wij vroegen deze diehard fans waarom ze het filmfestival zo graag bezoeken en waar zij deze aankomende editie naar uitkijken.

 

Wat is jullie het meeste bijgebleven van de afgelopen tien jaar WCA?

Untung: De passie van zowel de organisatie als van de filmmakers zelf. En dat het filmfestival laat zien dat het niet uitmaakt uit hoeveel geld je hebt, om een mooie film te kunnen maken die impact heeft. Het budget voor de film IglĂş (Diego Ruiz, Chili, WCA 2014) was geloof ik maar vijfduizend dollar, de acteurs waren merendeels familie en de locaties veel thuis. Die parels verbazen het meest.

Fiona: Er is een soort film-roes waar iedereen inzit; het is elk jaar weer supergezellig. En het wordt steeds leuker omdat we steeds meer de medewerkers leren kennen.

Wat is jullie favoriete film en waarom?

Untung: Dit is een ontzettend moeilijke vraag. Gelukkig houdt Fiona een boekje bij waarin we alle films opschrijven, met commentaar. Uit die lijst en mijn herinneringen komen er twee films naar boven: Eerdergenoemde Iglú en Burning (Lee Chang-dong, Zuid-Korea, WCA 2018). Iglú is door de enorme creativiteit van de maker een geweldige film. Met een crew die uit vrienden en familie bestond en de hond van zijn opa en oma, heeft hij echt een geweldige film neergezet.

Fiona: Het is een soort super creatieve rollercoaster waarin je terecht komt die je meeneemt door alle emoties van de karakters.

Untung: En de andere mindblowing film was Burning. De kijker wordt zo meegenomen in het verhaal en op een spoor gezet, dat het plot als een totale verrassing komt. Vergelijkbaar met het boek De donkere kamer van Damokles.

Fiona: En El Bella Vista (Alicia Cano, Uruguay, WCA 2014), omdat dit zo’n ontzettend origineel concept was, en ook nog eens heel verbindend werkte, zo vertelde de regisseur. Hier ging het om een buurthuis, wat achtereenvolgens als voetbalclub, “honk” voor travestieten en catechisatieklasje heeft gefungeerd. Ze heeft de originele bezoekers hun eigen verhaal laten naspelen en maar één rol door een acteur vervuld.

Wat maakt dat jullie het festival zo graag bezoeken?

Untung: De variatie, de soms persoonlijke verhalen en de mooie beelden nemen je tien dagen mee de wereld over. Elk jaar is weer een unieke ervaring, waar je niet alleen nieuwe filmvrienden maakt, maar ook de makers spreekt. Van jonge makers uit Chili tot bijna royalty uit Niger (The Wedding Ring, Rahmatou Keita, WCA 2017).

Fiona: Ik vind het een hele verslavende ervaring, elk jaar weer. Het filmaanbod is zo ontzettend gevarieerd; lief, rauw, heftig, mooi, creatief, ontroerend, pakkend, heftig, ongrijpbaar, mindblowing, ga zo maar door. En vrijwel allemaal van een waanzinnig hoog niveau (ik maak elk jaar een film-top 10 en daarvan komt vrijwel elk jaar zeker de helft uit het WCA-programma). Juist vaak de kleinere producties zijn ijzersterk en rete-creatief en worden anders helemaal niet gezien.

Untung, jouw roots liggen in Indonesië. Heb je een speciaal thema wat je graag terugziet tijdens het themaprogramma Cinema Indonesia?

Untung: Poeh, wat een vraag. Voor de hand ligt iets met adoptie, maar nee. Er speelt zoveel in Indonesië waar films over gemaakt kunnen worden: corruptie, de dominantie van de Javaanse cultuur over de andere eilanden. Of de monocultuur in de landbouw, zoals de palmolie die voor milieurampen zorgt, de orang-oetan ontheemd en mensen hun eigendom afneemt. De etnische ongelijkheid tussen de verschillende volkeren op de eilanden zoals in Banda Aceh, en taboe op politieke moorden in de jaren 50 te zien in de films The Act of Killing en The Look of Silence.

Maar ook bijzondere films als waarin Pencak Silat centraal staat, The Raid 1 en 2, de arbeidsomstandigheden in de zwavelmijnen op Oost-Java, bijzondere fauna als de Komodo Varaan op Flores en de altijd aanwezig dreiging van vulkanen, de zinkende stad Jakarta die verlaten gaat worden en tenslotte het lot van duizenden kinderen in Indonesië die niet erkend worden door hun vader, omdat de biologische vader gescheiden is van de moeder en kinderen alleen erkend kunnen worden door hun biologische ouders.

Je ziet wel, teveel thema’s die allemaal om aandacht vragen en die mij aangrijpen omdat het om mijn geboorteland gaat. Als ik dan toch een keuze moet maken, dan kies ik voor het lot van de duizenden niet erkende kinderen. Ik weet ervan via Indonesische vrienden, maar ben benieuwd naar meer informatie. Het raakt mij, omdat mijn identiteit ook gemaakt is. Ik heb formeel een geboorte datum en een naam, maar die is gekozen om de papieren te maken. Daarom is mijn roepnaam Untung en geen Jeroen (formeel) en mijn verjaardag 18 juni (dag dat ik in het weeshuis kwam) en niet 25 december (volgens de katholieke non).

Jullie zijn dit jaar in Cuba geweest. Hebben jullie in het verleden het Go Cuba! programma bezocht of zijn jullie dat nu na jullie reis van plan zijn?

Fiona: We hadden al verschillende films uit Cuba gezien ­– ook uit het Go Cuba!-programma – voor we gingen. La obra del siglo (Carlos Quintela, WCA 2016) was bijvoorbeeld de reden dat wij ons stinkende best hebben gedaan om naar Jagua te gaan en een blik te werpen op de kerncentrale. We konden er niet bij, alleen uit de verte, maar de plaats Jagua vonden we (in retrospectief) wel erg goed weergegeven in de film. Of althans, wat wij eruit gehaald hebben; het socialistische droombeeld achter het hele plan en wat het nu is. Brede straten met zo goed als helemaal geen verkeer (een enkele brommer, een oud paard voor een vergane wagen), onafgebouwde flats waar de tijd gewoon z’n gang gaat en iedereen die het voor elkaar krijgt, gaat ergens anders heen. Ergens in de verte staat die kerncentrale te verpauperen maar er is teveel politie en mensen durven je er echt niet heen te laten gaan.

En ja, zeker nu we op Cuba zijn geweest, gaan we de Go Cuba!-films weer bekijken. Ook omdat we vergezeld werden door een gids die in de bus een aanzienlijk uitgebreider verhaal vertelde dan buiten de bus (ofwel, hoe hij en z’n omgeving Cuba ervaart, en hoe het is nu).

Wat hopen jullie dat de tiende editie met zich meebrengt?

Untung: Weer heel veel nieuwe, mooie, meeslepende en lieve films! En bijzondere screenings, die hopelijk een breder publiek trekken, doordat ze ingekocht worden. En natuurlijk het eten! Selemat makan! 

Fiona: Nou eigenlijk gewoon meer van hetzelfde! Het enige wat wij zouden kunnen waarderen, zijn meer screenings binnen hetzelfde programma en dat vooral meer gedurende de dag. Dat hebben we weleens met Raymond (de directeur, red.) besproken en hij had uitgelegd waarom dat lastig is, en dat begrijpen we heel goed. Maar ach, gooi je wensenlijstje gewoon neer he. Wij nemen elk jaar vrij voor het festival (wat het dit jaar dan eigenlijk onze eerste huwelijksreis maakt…) en zouden bést graag eerder starten zodat we én minder keuzestress hebben én wat relaxter het programma door kunnen… Dus we hopen weer op heel veel gezelligheid, lekkere hapjes, feestjes en vooral heel erg veel mooie films uit alle windstreken! We hebben er nu al zin in.